Joodse school Maastricht
Bogaardenstraat
In Maastricht woonde aan het begin van de Duitse bezetting een kleine 500 joden, volledig geïntegreerd in deze overwegend Roomse stad. De maatregelen die de bezetter oplegde aan deze Maastrichtenaars kwamen dan ook als ferme klappen binnen, zo ook de verordening in augustus 1941 dat de joodse leerlingen niet langer toegelaten werden op de openbare en bijzondere scholen.
Het gevolg was dat zo’n veertig lagere schoolleerlingen, die op verschillende openbare – en in enkele gevallen katholieke, scholen in Maastricht en omliggende dorpen zaten, uit hun klas werden geweerd.
Voor de leerlingen uit het lager onderwijs werd in allerijl een godsdienstlokaal van de Maastrichter Synagoge op de hoek van Capucijnengang-Bogaardenstraat ingericht.
32 kinderen kwamen uit Maastricht en zo’n 10 uit de omliggende dorpen, zoals Meerssen, Beek en Gronsveld waar ook de onderwijzeres vandaan kwam : Rike Gudema [1897-1942] uit Drenthe die getrouwd was met de Waalse veehandelaar Alexandre Schaap.
In augustus 1942 is zij op transport gesteld, wie daarna het klasje, dat toen nog maar zo’n 20 leerlingen telde heeft geleid, is voorlopig onbekend, maar in het voorjaar van 1943, toen de meeste joden uit Maastricht verdwenen waren, was het afgelopen met het kleine joodse schooltje bij de Maastrichter Synagoge. Negen van deze 41 leerlingen zijn niet meer teruggekomen.
In het voortgezet onderwijs waren aanvankelijk ruim vijftien leerlingen de dupe. Vier zaten op het Stedelijk Gymnasium, tien op de Gemeentelijke HBS. Twee van die leerlingen waren Otto en Eva Salmang. Zij ervoeren de maatregel als uiterst onrechtvaardig: ‘Je denkt misschien dat wij het leuk vonden om niet naar school te hoeven, maar ik verzeker je dat dat toch niet het geval was. Je hoort namelijk opeens nergens meer bij’.
Ook deze leerlingen kregen onderdak bij de Synagoge en kregen les van o.a. Ernst Keizer, [1918-1984] Hij was oorspronkelijk vertegenwoordiger van Miele, in Venlo en werd in april 1942 aangesteld als leraar in Eindhoven en Maastricht. Maar leraren van het Gymnasium die de leerlingen niet meer mochten bezoeken, bleef stiekem les geven. Ook gaven leerlingen van hogere klassen bijlessen aan leerlingen van lagere klassen. Van de 18 leerlingen die uiteindelijke dit lyceumklasje bezochten, werden slecht vijf gespaard en doken na mei 1945 weer op, waaronder zowel Otto als Eva Salmang.
bronnen
P. Bronzwaer, Maastricht en Luik bezet, (Maaslandse monografiën, 73), Hilversum 2010, p216 e.v.
De Salmangs, dagboeknotities en herinneringen van een Joods gezin te Maastricht (1943-1944), Stichting Historische Reeks, Maastricht, 1998
Ellis Hertzberger, Door de Holocaust verbonden, Verbum, Laren (NH), 2009
Guus Luijters, In memoriam, Nieuw Amsterdam, 2012
Siegmund Gold (1927):
Toen de oorlog uitbrak op 10 mei 1940 was Siegmund Gold twaalf jaar. Hij had net toelatingsexamen gedaan voor de openbare HBS in de Helmstraat in Maastricht. In die tijd moest je nog examen doen om toegelaten te worden tot HBS of Gymnasium.
Hij kreeg een goed rapport in die eerste klas en werd aan het eind van het schooljaar in 1941 bevorderd naar klas twee. Maar in die zomervakantie kwam de verordening dat Joodse kinderen niet meer samen met niet-Joodse kinderen naar dezelfde school mochten.
Aangezien er leerplicht was, werd in Maastricht een apart schooltje opgericht voor Joodse leerlingen van HBS en Gymnasium. Dat waren er in totaal zestien; sommigen van hen hadden net toelatingsexamen gedaan, anderen waren juist aan hun eindexamen toe. Maar ze kwamen allemaal samen in één lokaal met Ernst Keizer uit Venlo en Louis M. Tas, [??] medisch student uit Amsterdam, als docenten.
Ergens in november 1942 werd ook Siegmund opgehaald en via Westerbork, Theresienstadt en Auschwitz is Siegmund in het kamp Gross Rosen terecht gekomen. April 1945 werd dat kamp vanwege de nadering van de geallieerde troepen ontruimd, wat uitliep in de bekende de dodenmars. Bewaakt door Duitse militairen enkele dagen lopen in de bittere kou door de sneeuw, verzwakt en uitgehongerd, letterlijk vallen en opstaan. Wie niet meer kon opstaan werd doodgeschoten.
Of Siegmund uiteindelijk nog in Buchenwald is terecht gekomen is niet duidelijk Het Rode Kruis deelt mee: Siegmund Gold, omgekomen op 2 mei 1945 in Midden Europa.
(tekst geschreven door zijn zusje Jenny Hertzberger-Gold)