Joodse school Apeldoorn
Koningdwarsstraat 4
In oktober 1941 kwam er bij de burgemeester van Apeldoorn een brief binnen van de Secretaris-Generaal van het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming. Hierin werd te kennen gegeven dat ook in Apeldoorn een Joodse school moest komen, net als in zo’n veertig andere steden in Nederland, waar de joodse leerlingen die sinds 1 september niet meer toegelaten werden in hun eigen school, onderwijs dienden te krijgen.
Op zoek naar een ruimte voor deze school, kwam de gemeente Apeldoorn uit bij de wijkvereniging Bethel die bereid bleek haar gebouw in het Loo, gratis voor dit doel ter beschikking te stellen.
De gemeente gaf een voorschot voor de aanschaf van leermiddelen en voor enkele aanpassingen aan het gebouw.
Vervolgens werden er twee leerkrachten geworven en ‘tijdelijk aangewezen’, omdat Joden niet meer in overheidsdienst werkzaam mochten zijn.
Frits Mozes Cohen [1912-1944] kwam uit Winschoten en werd in Apeldoorn door de burgemeester aangesteld als Hoofd der School op die Joodse school, die op 22 december haar deuren opende.
Helaas gingen die deuren meteen weer dicht vanwege kolenschaarste. Pas begin maart 1942 begon de school echt, met naast Frits Cohen, juffrouw Martha Wijler [1919-1943] voor de lagere klassen. Maar zij dook tegen de zomer onder en werd opgevolgd door Leonie Henriette Koster [1921-1942] die echter gelijk met schoolhoofd Cohen, in oktober 1942 bij de eerste razzia in Apeldoorn naar Westerbork verdween.
Toen de school in maart 1942 de deuren opende, telde die 54 leerlingen. 28 daarvan hadden eerst op de Rijksleerschool aan de Molleruslaan gezeten, de andere 26 waren afkomstig van verschillende andere Apeldoornse basisscholen.
Met uitzondering van één leerling die naar Deventer verhuisde, bleven de andere 53 tot de razzia in oktober onderwijs volgen in wijkgebouw Bethel. Daarna dunde het langzaam uit, door de onderduik en de vele oppakkingen.
Na het oppakken Frits en Leonie bleef het aldoor kleiner wordende schooltje nog wel even bestaan met hulp van een paar ouders, waaronder Isaaks Cohen, voorzitter van de Apeldoornse Joodse gemeente, maar ook hij dook onder.
Nadat op 20 januari 1943 de laatste Joodse Apeldoorners, samen met de bewoners van het gesticht Apeldoornsche Bosch werden weggevoerd, hief de Joodse Raad, aan wie inmiddels het beheer van de school door de gemeente Apeldoorn was overgedragen, de Joodse School op.
tekst samengesteld met behulp van diverse internet-bronnen