Naar de kaart

Joodsche school Zandvoort

adres nog onduidelijk

Mia van Praag [1933] vertelt :

Begin september 1941 moest ik naar een andere school, een joodse. We woonden toen in Zandvoort en ik zat op school B, in de Schoolstraat vlak bij de eindhalte van de Blauwe Tram, maar ik moest daar weg, omdat ik joods was, ik was het enig joodse meisje op die school. Er kwam een aparte joodse school in een Koloniehuis voor Amsterdamse bleekneusjes, dat stond toen leeg, dat was buiten het dorp, voorbij het Casino en het van Lennep-circuit.
Wij woonden helemaal aan de andere kant in de Oosterparkstraat, dus moest ik elke dag helemaal door het dorp lopen, dubbel zover als naar mijn oude school.
Op die school had ik een vriendinnetje, Betty Melkman, die bij me in de buurt woonde en samen liepen we dat stuk elke dag vier keer, want tussen de middag ging je in die tijd naar huis om te eten.
Nu was het zo dat onderweg ergens een snoepwinkel was waar tussen de middag de mevrouw altijd voor de deur stond, met haar drie kinderen, jongens en die deden altijd vervelend tegen ons, ze scholden ons uit, trapten naar ons en spuugden.

Eerst durfde ik het niet aan m’n moeder te vertellen, Betty wel en toen heeft m’n moeder weten te regelen dat we tussen de middag, bij mensen thuis in het dorp, een boterham konden eten. hadden we geen last meer van die nare knullen. En ik mistte eigenlijk die school B nog steeds, niet omdat ik vriendinnen had of vanwege de juf, maar omdat er zulke mooie schoolplaten aan de muren hingen, van Ot en Sien en van die oude man met dat aapje. 

Halverwege maart 1942 moesten alle joden weg uit Zandvoort, we hadden een brief waarin dat stond en de mensen van de Joodse Raad kwamen de inventaris opnemen. Toen hebben onze buren, al onze meubels ingepikt en die van hun daarvoor in de plaats in ons huis gezet; mijn moeder had een mooie dressoir, een erfstuk, dat heeft ze dus nooit teruggezien; wel hadden andere buren ons servies en dat is na de oorlog keurig teruggebracht, niets was gebroken, m’n zus en ik hebben het toen verdeeld.

verteld door Mia Corbey-van Praag
opgeschreven door Aart Janszen

oktober 2020