Joodsche school Assen
Roldestraat

onderzoek en tekst : Alderik Visser
In augustus 1941 besluit de bezetter dat Joodse leerlingen niet meer met andere kinderen naar school mogen. Zij moeten voortaan naar Joodse scholen met Joodse leerkrachten. Ook in Assen bestaat kort zo’n aparte Joodse school. Van september 1941 tot oktober 1942 krijgen zo’n vijftig Joodse leerlingen uit Assen en omgeving samen les in het vroegere schoolgebouw van het Joodse Kerkgenootschap. Het ligt achter de synagoge aan de Groningerstraat. In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 worden ook alle leerlingen van de school en hun leerkrachten opgepakt en afgevoerd naar Westerbork en nog verder. Slechts één van hen overleeft de Holocaust.
vaart
Op 15 augustus 1941 krijgt ook de van Assen de opdracht om in kaart te brengen hoeveel leerplichtige Joodse leerlingen er in zijn Gemeente zijn. Vanaf 1 september mogen ze niet meer naar gewone scholen en dus moeten er aparte scholen komen. Hugo Bloemers, de liberale burgemeester van Assen, neemt zelf de organisatie van een en ander ter hand. Hij schrijft de hoofden van alle openbare en bijzondere scholen in de stad en zijn collega’s in alle buurgemeenten aan. Of ze zo spoedig mogelijk in door kunnen geven hoeveel leerlingen er van een Joodse lagere school en eventueel een gebruik zullen maken? Tegelijk legt hij contact met het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap in Assen met de vraag of zij zelf ruimte voor de school ter beschikking heeft. Naar verluidt is -wethouder Mr. Anton Christiaan Willem Groenewegen er een groot voorstander van dat Assen zelf een Joodse school sticht, en helpt hij daar vaart mee te maken.
consciëntie
Het gaat hoe dan ook razendsnel. Begin september zijn de opgaven van vrijwel alle scholen en gemeenten binnen. De drie christelijke schoolbesturen hebben met elkaar afgestemd en geven vrijwel hetzelfde antwoord. Ze ‘gevoelen [zich] eenparig in hun consciëntie bezwaard’ om leerlingen uit te sluiten en dragen hun schoolhoofden op niet mee te werken. Ze hebben evengoed geen Joodse leerlingen op school. Alle andere schoolhoofden geven de namen, soms ook al de adressen en geboortedata door van de leerlingen die ze per 1 september van school zullen verwijderen, of dat al hebben gedaan.

37 Leerlingen ‘van Joodschen bloede’ bezoeken in Assen drie lagere scholen. Het merendeel ervan – 27 – zit op school II aan de Noordersingel. Vijf leerlingen zijn kinderen van Joodse vluchtelingen uit Duitsland, waaronder Jozef, Lotte en Salla Auszenberg, die in drie verschillende pleeggezinnen zijn ondergebracht. Daarnaast zijn er Joodse scholieren in de ‘buitengemeenten’ en op verschillende soorten van vervolgonderwijs. Vermoedelijk verzamelt de NSB-wethouder ook op een andere manier informatie. In het archief bevindt zich namelijk ook een lijst met 81 (vermeende) Joodse kinderen en jongeren in Assen in de leeftijd van 7 tot 21 jaar. Een flink deel daarvan zit al niet meer op school, een aantal valt ook niet onder de gehanteerde van wie ‘Joods’ is, zo zal later blijken.
start
De Joodse kerkelijke gemeente beschikt over een verenigingslokaal dat in 1852 gebouwd is als school voor Joods godsdienstonderwijs. Het gebouwtje achter de sjoel aan de Groningerstraat staat leeg, en kan gemakkelijk weer als school worden ingericht. Via de doorgang naast Rolderstraat 9 (daar waar nu de Naobershop gevestigd is) is het gebouwtje gemakkelijk te bereiken. Na een taxatie huurt de gemeente het van het Joodse kerkgenootschap voor 550 guldens per jaar. Ze vraagt en krijgt van verschillende lagere scholen leermiddelen en richt het pand zo goed en zo kwaad als het kan in. Zodoende kan de Lagere School voor Joodsche leerlingen in Assen al op 16 september 1941 open.
De sociaal en maatschappelijk betrokken Nathan Kropveld uit Beilen [1898-194] wordt hoofdonderwijzer en neemt de oudste leerlingen – waaronder zijn jongste zoon Johnny – onder zijn hoede. De gescheiden Anna Nieweg uit Usquert [1894-1942] is een paar jaar ouder en ook in het bezit van een hoofdakte. Ze krijgt de drie lagere klassen toebedeeld.
afstand
Op dinsdag 16 september 1941 komen alleen de 37 Joodse leerlingen uit Assen én de twee uit Rolde naar de nieuwe Joodse school. Die van de andere buurgemeenten ontbreken nog. De Gemeente wacht nog op een akkoord – het is onduidelijk van wie precies – dat zij in Assen naar school kunnen. Om dezelfde reden stelt ze ook de opdracht voor het kopen van nieuwe leermiddelen uit. In november komen die leermiddelen, en kunnen vermoedelijk ook de overige kinderen komen. Het zijn er vijf uit de gemeente Gieten en acht van lagere scholen uit Beilen. Of die daadwerkelijk allemaal komen is onduidelijk. De kinderen Cohen, Benjamin, Frouwktje en Jetta Reinette gingen naar de openbare lagere school in Gieterveen – meer dan twintig kilometer van Assen verwijderd. In Stadskanaal, gemeente Onstwedde is er vanaf januari ’42 ook een kleine Joodse school. Voor de kinderen van de straatarme familie Cohen – ze hebben er zeven en vader zit in de oorlog in de gevangenis – lijkt het vanaf dan logisch om tien kilometer oostwaarts naar het Groningse te fietsen. Bij gebrek aan bronnen weten we niet welke route de kinderen uiteindelijk nemen – als ze dat al doen…
gymnastiek
Een leerplan van de Joodse school in Assen is niet overgeleverd. Volgens een opgave achteraf van de gemeente volgen de leerlingen er het standaard-curriculum van openbare lagere scholen in Nederland. Ze zijn verdeeld in twee groepen, met de leerlingen van de klassen een tot en met drie in de ene groep, en klassen vier tot en met zeven in de andere groep. Zo’n zevende klas betekent dat er ook Duitsch gegeven moet worden. In afwijking van dat standaard curriculum staat er ook Joods religieus onderwijs op het program. Isaac Waaker [1907-1944], godsdienstleraar in dienst van de Joodse Gemeente, verzorgt onbezoldigd dat religieuze onderwijs. Het Joodse karakter van de openbare school blijkt ook uit de vakanties, die rond Joodse feestdagen zijn gepland.
Gymnastiek ontbreekt in de lessentabel, in ieder geval in de eerste maanden. In april 1942 vraagt de school stadgenoot Simon Mathijsse [1895-1943], docent lichamelijke opvoeding aan de Joodse lycea van Leeuwarden en Groningen een leerplan gymnastiek te schrijven. Dat indrukwekkende curriculum is wél overgeleverd. De leerlingen van de onderbouw gaan per week twee halve uren gymmen in gemengde groepen. In de bovenbouw krijgen de jongens en de meisjes gescheiden elk in twee blokken anderhalf uur bewegingsonderwijs. Mathijsse geeft die lessen zelf en doet dat praktisch onbezoldigd: voor de periode van 1 mei tot en met 31 augustus krijgt hij f 114,50 – een bedrag dat te laag is om er loonbelasting over te heffen.
pubers
De Joodse gemeenschap in Assen bestaat uit een kleine 500 mensen. Behalve leerlingen in de lagere schoolleeftijd zitten daar natuurlijk ook pubers bij. Op de ULO in Assen zitten elf Joodse leerlingen, waarvan er twee uit Rolde komen. In Beilen zitten twee meisjes op de lokale ULO – één ervan komt helemaal uit Dwingelo. Voor deze dertien ULO-leerlingen kan Assen ervoor kiezen zelf een aanbod te ontwikkelen, maar dat doet de Gemeente niet. De jongeren worden min of meer nuttig bezig gehouden door de ontslagen leerkracht Izak Elias van Spier uit Smilde [1910-1944], maar het wachten is op de Joodse ULO in Groningen. Die komt er pas in januari 1942, in een rommelig pand in de Violenstraat.
Het reizen naar Groningen-Stad is niet goedkoop: op en neer met de trein kost drie guldens per week, een maandabonnement f 15,40. Voor zeven van de elf ULO-leerlingen uit Assen vragen ouders daarom een reiskostenvergoeding aan. Voor haar pleegkind Celine Ockersen [1926-1943] vraagt de weduwe Grietje van Zuiden-Marcus bovendien een bijdrage in de schoolkosten. De meeste leerlingen zijn niet meer , dus kan wethouder Groenwegen zulke vergoedingen niet geven. Uiteindelijk is het het schoolbestuur van de van Amsterdam die zich bereid verklaart de reiskosten op zich te nemen. Tot eind juni 1942 kunnen de ULO-leerlingen per trein de school in Groningen; daarna zijn reizen van meer dan zes kilometer voor Joden verboden.
internaat
Ook de leerlingen van de Rijks-HBS en de enige Joodse Gymnasiast zitten lang thuis, langer nog dan de leerlingen van de ULO. van Dam van het Departement van Opvoeding raadt aan de leerlingen naar het Joodsch Lyceum in Zwolle te sturen. Als dat niet doenlijk is kunnen ze mogelijk naar een internaat in Amsterdam? Er zou met de Joodsche Raad overleg zijn zo’n instelling op te zetten.
De oplossing ligt uiteindelijk een stuk dichterbij. In januari start ook het Joodsch Lyceum van Groningen, in hetzelfde krakkemikkige gebouw aan de Violenstraat als de Joodsche ULO. Vanwege brandstoftekorten zijn daar tot maart 1942 echter alleen de examenleerlingen welkom. Dan mogen ook de HBS-ers na acht maanden eindelijk weer naar school. Vermoedelijk snakken ze ernaar, al raken de jongens er ook hun bijbaantje mee kwijt. Benno ten Berg, Anthonie Kropveld, Jakob Meijer, Leo van Oosten en Simon Polak, allen uit Assen en ook Salomon Meijer uit Gieten staan als koeriers op de loonlijst van de Joodsche Raad van Assen. De ene gymnasiast Carel Samuel Nathans is in het schooljaar 1940-1941 blijven zitten – door ziekte heeft hij te veel gemist. Hij blijft ziek, ook in 1942, en zal de school in Groningen nooit bezoeken.

Ook op de Ambachtsschool zit één Joodse jongen, Aron Mosis, die in de wandelgang Nijveen genoemd wordt. Jacoba Dalsheim uit Borger en Rika Henriëtta van Rhijn uit Assen gaan naar de lokale Industrie- en huishoudschool. En Max Cohen uit Lochem zit op een school voor Buitengewoon Lager Onderwijs. Vrijwel overal is het ondoenlijk om aparte scholen op te zetten voor leerlingen in het Nijverheids- en het buitengewoon onderwijs. Alleen voor wat we nu het gespecialiseerd onderwijs noemen staat de bezetter een uitzondering toe. En dus mag kleine Max vanaf 1 november weer terug naar zijn oude – gemengde – klas. Voor de leerlingen op praktische opleidingen komt er geen vervangend onderwijs; vanaf september 1941 zitten zij dus thuis.
einde
Na de zomervakantie begint de lagere school in augustus 1942 aan haar tweede jaar en is nog open tot eind september, begin oktober. Door de aanwas met twee kleuters komt het leerlingenaantal in dat tweede jaar op 55.
In diezelfde maand moeten Joodse mannen en jongens naar werkkampen. Velen doen dat, enkelen duiken onder. Het werk voor de Joodsche Raad helpt de jongens van de HBS niet: Benno ter Berg, Jakob Meijer, Salomon Meijer, Leo van Oosten en Simon Polak denken op transport naar een werkkamp te gaan, maar worden vóór oktober 1942 al gedood in Auschwitz.
Ondanks zijn moet ook gymnastiekdocent Simon Matthijsse tot zijn verbijstering naar zo’n werkkamp. Het onderwijsbureau van de Joodsche Raad probeert hem daaruit weer vrij te krijgen, maar tevergeefs.

In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 worden in Assen vrijwel álle nog achtergebleven Joodse burgers opgepakt en verzameld op het schoolplein van de Noordersingelschool – waar velen van hen ooit speelden. Op 3 oktober gaan ze op transport, eerst naar Westerbork en van daaruit vrijwel direct naar vernietigingskampen.
Daaronder zijn vrijwel álle leerlingen van de Joodse lagere school, inclusief juf Anna Nieweg en haar pleegdochter Lotte. Slechts één leerling van de Joodse lagere school van Assen – Rosa van Gelder uit Beilen – overleeft de Holocaust.
Meester Kropveld trekt met zijn zoon Anthonie vlak voor de razzia in het huis van Simon Mathijsse aan de Parklaan. Op de laatste dag van 1942 worden ook zij naar Westerbork afgevoerd. In heel Assen is daarmee nog maar één Joodse burger – te weten de zieke gymnasiast Carel Nathans. Die ligt nog tot april 1943 in het Asser ziekenhuis en wordt dan naar de ziekenboeg in Westerbork vervoerd. Op 8 april 1944 gaat hij met een groot ziekentransport op weg naar Auschwitz en overlijdt op weg daarheen.
Ook van de middelbare scholieren uit Assen is er welgeteld één die de Holocaust overleeft. Frederika Mathijsse [1923-1984] wordt met haar moeder in oktober 1942 naar Westerbork gebracht, werkt daarna in de Philips-fabriek in Kamp Vught, gaat weer naar Westerbork en vervolgens naar Auschwitz, maar is in 1947 terug in Rolde.
Alderik Visser
Zuidhorn, januari 2025
Voor een lijst van leerlingen en medewerkers van de Joodse school te Assen zie: https://alderikvisser.blogspot.com/2025/01/joodse-scholieren-in-en-om-assen-1941.html
Via de onderstaande links kan je meer en verder lezen over de geschiedenis van de Verdwenen Joodse Scholen, als een van de aspecten van het leed dat de joodse Nederlanders werd aangedaan.
en dan nog dit (schrijft aartjanszen)
het is mijn bedoeling dat in 2025 op alle plekken waar in 1941-1943 een joodse school gevestigd was (lager onderwijs; ulo; lyceum) een klein herinneringsbordje komt met een QR-code die leidt naar de website-pagina die over die plaats en school (scholen) gaat.
Het is niet makkelijk voor mij, om vanuit Amsterdam waar ik woon, dat voor elkaar te krijgen.
Daarom vraag ik medewerking van iedereen die zich betrokken voelt bij een stad in de Mediene en/of de geschiedenis van een van de Verdwenen Joodse Scholen.
Voel je je aangesproken ? Neem dan alsjeblieft contact met mij op via aart@verdwenen-joodse-scholen.nl
Dat geldt ook als je specifiek iets willen weten of als je informatie hebt over een van de joodse scholen in Nederland – in de periode 1941-1943.