de laatste school
Augustus 1943 is er nog maar één school over van de 24 scholen waar de joodse schoolkinderen september 1941 naar verbannen waren. Inmiddels zijn bijna alle kinderen en leerkrachten sinds de grote razzia’s in de juni en juli 1943, weggevoerd of ondergedoken.
De allerlaatste joodse leerlingen uit de hele stad zijn door het Joodsche Schoolbestuur samengebracht in het schoolgebouw aan de Joubertstraat. De school staat pal tegenover een speeltuin die alleen nog toegankelijk is voor joodse kinderen.
Er zijn nog ongeveer 70 leerlingen, opgedeeld in drie klassen. Emanuel Bloemendal [1887-1943] is het hoofd van de school, met naast hem Esther Goedhart-Mok [1904] van school 8 en Sara Mok-Levisson [1903-1944] van school 1. Hun gelden nog.
Het gebouw biedt ook onderdak aan de laatste joodse kleuters, een groepje joodse VGLO-leerlingen en wat joodse van de van Detschool en de Davidsschool. Meester Jerohm Hartog [1892-1945] ontfermt zich over hen. Hij komt van de Joodsche school in de President Brandstraat, die half juni gesloten is. Terwijl de laatste 28 leerlingen van de twee joodse mulo’s onderdak krijgen in het gebouw van het Joodsch Lyceum, samen met de 63 laatste hbs’ers en lyceisten.
Half september 1943 telt de leerlingenlijst van de laatste joodse lagere school ruim 85 namen, afkomstig van alle joodse scholen in de stad die voor de zomer al gesloten waren. Er zijn zelfs kinderen bij die teruggekomen zijn uit .
Omdat de leerlingen van twaalf uiteenlopende scholen zijn samengebracht, is er behoefte extra zorg te bieden door de klassen klein te houden en de gecombineerde 5/6 klas op te splitsen. Schoolhoofd Emanuel Bloemendal krijgt daarom toestemming nog een leerkracht aan te stellen, dat wordt Hans Reys [1910], de enig overgebleven onderwijzer van de Joodsche school aan de Sparrenweg.
Ondanks dat het Onderwijsbureau sinds de zomer allerlei regels en instructies heeft laten vallen, krijgen de ouders van Reina Kroonenberg op 23 september toch nog een schriftelijke reprimande omdat hun leerplichtige dochter de school niet bezoekt: ‘De scholen functioneren momenteel weer regelmatig en worden door alle daartoe in aanmerking komende kinderen bezocht.’
Nog geen week later, op 29 september 1943, vindt de laatste grote razzia plaats en wordt de Transvaalbuurt wederom zwaar getroffen. Van de laatste school in de Joubertstraat ontbreekt na die datum enig gegeven. Geen spoor meer van Reina, de andere kinderen en de vier leerkrachten.
Op de leerlingenlijsten van de laatste school staan 96 namen, van zo’n 12 verschillende scholen. De eerste ruim 50 inschrijvingen zijn van 16 augustus, de laatste twee op 27 september. Twee dagen later vindt de laatste grote razzia plaats. [NIOD 182/168, doc 120 e.v.]
Uit de transportlijsten die Guus Luijters in In Memoriam (2012) publiceert, valt op te maken dat van die 96 leerlingen er 40 de dood vonden in de kampen.